De Steenlandpolder was opgenomen in het compensatieplan voor het Deurganckdokproject als tijdelijke compensatie voor het habitat 'Riet en water' met een streefoppervlakte van 10 hectare, te behalen bovenop het bestaande rietbiotoop binnen een ruimere zoekzone.
In het noordelijke deel bevinden zich kreekrestanten van de Melkader. Het zuidelijke deel is opmerkelijk lager gelegen en heeft een kleiige ondergrond. Vóór de inrichting was het gebied deels in akkergebruik en deels braakliggend. In het zuidelijke deel waren naast akkers en weiden ook 'historisch permanente graslanden' aanwezig. Het gebied was sinds het gewestplan van '78 gereserveerd voor de aanleg van spoorinfrastructuur.
Voorbereiding
Start: januari 2002
In oktober 2002 werd een natuurontwikkelingsplan opgemaakt. De stedenbouwkundige vergunning voor de inrichting werd verleend ikv het Nooddecreet en omvatte het verbreden van aanwezige grachten, verhogen van het waterpeil en verlagen van het maaiveld. In 2004 werd een beheervisie opgemaakt voor het gebied.
Realisatie
Start: januari 2003
In het noordelijke gedeelte werden enkele plassen aangelegd. In het zuidelijke gedeelte omvatte de inrichting het verbreden van bestaande grachten zodat het aanwezige riet zich kon uitbreiden. De aanleg van de rotonde 'Kruipin' zorgde vanaf 2006 voor een aanzienlijke verdere vernatting van het zuidelijke gedeelte, waardoor de natte weilanden in korte tijd ontwikkelden tot een klein, maar weinig verstoord rietland.
Beheer
Start: maart 2003
Het gebied is sinds broedseizoen 2003 functioneel. De ruige graslanden in het noordelijke gedeelte worden jaarlijks gemaaid om distels te bestrijden. Verder is het beheer beperkt tot bewaken van het waterpeil. Sinds eind 2008 is het noordelijke deel van de Steenlandpolder ingenomen als werfzone voor de aanleg van de Liefkenshoekspoorverbinding of ‘Tweede spoorverbinding onder de Schelde’. Het biotoopverlies dat ten gevolge van dit project optreedt in de Steenlandpolder en de Haasop, werd gecompenseerd door de creatie van het natuurkerngebied ‘Rietveld Kallo’.
Toekomst
In het GRUP voor de afbakening van het zeehavengebied van Antwerpen zijn de restanten van de Steenlandpolder ingekleurd als 'reservatiestrook voor infrastructuur, met medegebruik voor ecologische infrastructuur'. Dit houdt in dat het gebied nog beperkte ecologische functies kan vervullen, maar de hoofdfunctie is de aanleg van infrastructuur of leidingen. Binnen het netwerk van ecologische infrastructuur is de Steenlandpolder een belangrijke schakel voor Rugstreeppad. Begin 2015 wordt het gebied deels heringericht als voortplantingsgebied voor deze soort, die op zijn jaarlijkse tocht heel de haven doorkruist.